Slotdienst Gereformeerde kerk

De slotdienst betekent het einde van het winterwerk. In het verleden waren dat de clubs en catechisatie, als we verder terug gaan hadden we ook nog GJV (Gereformeerde Jongeren Vereniging). Denk dat we nog verder terug moeten voor de mannen en vrouwenvereniging. Misschien nog eens leuk om een kijkje in het archief te nemen naar deze verenigingen. Een ding hadden ze gemeen, dat was een christelijke grondslag. Neemt niet weg dat de kerk zowel van de start als wel de slotdienst iets speciaals probeert te maken.

Deze keer was het niet alleen een bijzondere dienst, ook een bijzondere plaats. Bij Harm en Albertha in de schuur. Daar stonden een aantal kerkbanken opgesteld. Het mooie was dat er nog een aantal stoelen bij moesten. Geeft altijd een goed gevoel dat er meer mensen zijn dan in eerste instantie was gedacht. Half elf stond koffie en gebak klaar, lekker om zo te beginnen. Ook voor de dominee een bijzondere dienst, in een boerderij i.p.v. in de kerk. Dominee Beintema uit Dokkum ging voor. De preek ging over Ruth.
 
Ruth was de vrouw van Machlon, die was de zoon van Elimelech en Naomi. Het verhaal wordt beschreven in het Bijbelboek Ruth (hieronder een beknopte versie, schuin gedrukt).

Het eerste hoofdstuk begint wanneer Elimelech, zijn vrouw Naomi en hun beide zonen Machlon en Kiljon door de hongersnood het land van Juda ontvluchten en naar het buurland Moab verhuizen (in deze tijd zouden we hen asielzoekers kunnen noemen). Elimelech overleed in Moab. De beide zoons trouwen daar met de Moabitische vrouwen Orpah en Ruth. Een aantal jaren later sterven ook de beide zoons van Naomi. Naomi besluit dan dat ze weer terug wil naar haar vaderland, Juda. In Juda is de hongersnood inmiddels weer voorbij. Haar beide schoondochters willen aanvankelijk met haar mee, maar Naomi wil dat ze in hun thuisland blijven. Orpah volgt het advies van  Naomi op en  blijft in Moab achter. Ruth echter, wil daar niets van weten en gaat met Naomi mee naar Bethlehem, Naomi’s thuisstad. Ze komen daar aan in het begin van de oogsttijd.

In het tweede hoofdstuk wordt beschreven dat Ruth voor haar schoonmoeder op pad gaat om op het land aren te zoeken. De akkers mochten volgens de Bijbelse wetten niet tot aan de rand gemaaid worden. Ook wat na het maaien op het land bleef liggen, mocht niet door de maaiers bijeengeraapt worden; dit was bestemd voor de armen. Ruth komt terecht op het land van Boaz, die familie is van Naomi. Boaz raakt onder de indruk van de vrouw en haar inzet om haar schoonmoeder bij te staan; hij besluit haar extra goed te behandelen. Ze mag mee-eten met de maaiers en Boaz geeft zijn knechten het bevel om het Ruth extra makkelijk te maken om aren te vinden. Thuisgekomen bij Naomi vertelt Ruth hoe goed Boaz voor haar is geweest en Naomi vertelt dat deze man familie is van Elimelech (Ruth haar schoonvader) en door zijn familiebanden weleens als losser (een naaste bloedverwant die zijn familie ondersteunt) voor haar en Ruth zou kunnen fungeren.


Hoe zouden wij tegen Naomi en Ruth aankijken; eerst zoekt Naomi haar heil in een ander land, vervolgens neemt ze Ruth (een vrouw uit een ander land) mee naar haar land. Toch blijkt dat God daar een bedoeling mee had. Ruth baarde een zoon Obed. Obed is de grootvader van David.
In de verkondiging noemt de dominee de vier vrouwen in de lijn van David. Zo werd ook Rachab genoemd. Volgens de dominee had Rachab een winkeltje, waar alleen mannen kwamen. Dit “winkeltje” stond op de muur van Jericho. Rachab en haar familie werden behouden toen de muur om de stad Jericho en ook de stad zelf werd verwoest. Het winkeltje waar de dominee op doelde, wordt in de Bijbel iets anders omschreven; Rachab was een prostituee. Het enige wat in die winkel te koop was, was waarschijnlijk haar lichaam; toch mooi omschreven. Rachab was de moeder van Boaz.
Om het nog even compleet te maken, de vier vrouwen in het geslachtsregister van David zijn: Tamar, Rachab, Ruth en Batseba.

Na de dienst konden de gasten nog een drankje krijgen en voor de liefhebbers was er de mogelijkheid om te barbecueën. Bijna veertig mensen bleven om hier gebruik van te maken. Een gezellige boel. Zo kon er nog even worden nagepraat over de dienst en natuurlijk ook over de andere beslommeringen die de mens bezighoudt.

Rond drieën waren de meesten weer huiswaarts gekeerd. We kunnen terugkijken op een feestelijke en geslaagde slotdienst met een hedendaagse geloofsbeleving.

Dominee P. Beintema uit Dokkum
Organist: G. Couperus.
Organisatie: Gereformeerde Kerk Visvliet.